Afdrukken met de toepassing voor parellelle RIP
Het Xerox Nuvera 288 Digital Perfecting System beschikt standaard over de paginaonafhankelijke parallelle RIP-toepassing (PPR) om de beeldverwerkingsprestaties en de afdruksnelheid te verhogen, in het bijzonder bij complexe documenten.
Hoe werkt parallelle RIP?
U kunt parallelle RIP gebruiken voor paginaonafhankelijke opdrachten die voldoen aan de richtlijnen voor documentstructuur van Adobe 3.0, bijvoorbeeld PS, VIPP en PDF.
Als Parallelle RIP is ingeschakeld in Wachtrijbeheer, bepaalt DocuSP eerst of de huidige opdracht geschikt is voor parallelle RIP. Als dit niet het geval is, wordt de opdracht verwerkt via een enkele RIP, waardoor er wellicht een of meer van de resterende RIP's beschikbaar blijven om de volgende opdracht in de wachtrij te verwerken. Als de opdracht wel geschikt is voor parallelle RIP, worden de opdrachten of de pagina's van een enkele opdracht door DocuSP opgesplitst en verdeeld over de afzonderlijke RIP-processen die met de twee afzonderlijke CPU's worden uitgevoerd. Het maximum aantal beschikbare RIP's is afhankelijk van het aantal processors en de hoeveelheid geheugen op de DocuSP. Zo worden bijvoorbeeld ongeveer 2 tot 3 RIP's met een dual-core-CPU uitgevoerd. Als er een optionele prestatieverbeteringskit is geïnstalleerd met een extra dual-core-CPU, heeft het systeem vier CPU's voor het rippen van gegevens (er kunnen 5 RIP's met twee dual-core-CPU's worden uitgevoerd). Hierdoor wordt de verwerkingstijd korter en de RIP-snelheden sneller.
TIP: Als u wilt zien hoeveel parallelle RIP's op het systeem zijn geconfigureerd, selecteert u [Instellingen: Voorkeursinstellingen systeem: tabblad Opdrachtverwerking]. |
Welke opdrachten zijn het best geschikt?
Parallelle RIP is ideaal voor lange opdrachten met veel zich niet herhalende gescande beelden of digitale foto's, zoals tekstboeken, tijdschriften, jaarboeken en producthandleidingen. Deze toepassing kan ook het best worden gebruikt bij afdrukopdrachten met trapping of anti-aliasing (intensief CPU-gebruik), complexe opdrachten die niet lang zijn of die snel moeten kunnen worden onderbroken voor bijvoorbeeld het maken van proefafdrukken.
Parallelle RIP ondersteunt de volgende gegevensstromen: PS, PDF en VIPP Database. Als u optimaal gebruik wilt maken van de mogelijkheden van parallelle RIP bij PostScript of PDF-opdrachten, moet u Parallelle RIP altijd inschakelen in de printerwachtrij en de richtlijnen voor de documentstructuur/paginaonafhankelijkheid instellen in [Optimaliseren voor portabiliteit]. Bij dit soorten PS- en PDF-opdrachten zult u een prestatieverbetering van 50% of meer opmerken ten opzichte van een printerwachtij zonder parallelle RIP.
OPMERKING: U kunt de PostScript-printerdriver gebruiken om paginaonafhankelijke PS-opdrachten te maken. Selecteer in de PostScript-printerdriver de optie [Paginaonafhankelijkheid] of [Optimaliseren voor portabiliteit] voor een paginaonafhankelijke aflevering. Stel de driveroptie niet in op [Optimaliseren voor snelheid]. Hierdoor krijgt u geen paginaonafhankelijke aflevering, waardoor deze niet geschikt is voor parallelle RIP. |
Bij opdrachten met de bestandsindeling PCL, TIFF, ASCII, LCDS en IPDS kunnen de voordelen van parallelle RIP niet worden benut. De gegevensstromen van deze bestanden zijn namelijk niet paginaonafhankelijk en voldoen niet aan de documentstructuurrichtlijnen. Schakel de optie Parallelle RIP voor dit soort opdrachten uit. Opdrachten met dit soort bestandsindelingen kunnen beter naar een standaardwachtrij worden verzonden.
Een wachtrij maken waarbij de optie Parallelle RIP is ingeschakeld
OPMERKING: Aanbevolen wordt om Parallelle RIP altijd in te schakelen, tenzij u een VI-opdracht afdrukt of een opdracht met veel zich herhalende objecten. Voordat u Parallelle RIP inschakelt, moet u de optie Informatiepagina's (voorblad, foutpagina en pagina's met eigenschappen) uitschakelen. Parallelle RIP wordt op een speciale manier verwerkt. |
- Ga naar Afdrukbeheer en selecteer Nieuw in het vervolgkeuzemenu Wachtrij.
- Typ "Parallel" in het tekstvak Wachtrijnaam.
- Ga naar het tabblad Instellingen. Selecteer Rasterbeeldprocessor.
- Selecteer Inschakelen bij de parallelle RIP-instelling.
- Selecteer Wachtrij toevoegen en Sluiten.
- Selecteer Instellingen: Voorkeursinstellingen systeem en het tabblad Opdrachtverwerking. In het veld Toegewezen vindt u het aantal RIP's dat zal worden gebruikt voor wachtrijen waarvoor Parallelle RIP is ingeschakeld. U kunt het aantal actieve RIP's instellen. De DocuSP-software bepaalt echter automatisch hoe de beschikbare processors optimaal kunnen worden gebruikt, op basis van de beschikbare bronnen en de opdrachtstroom. De hoogste algemene productiviteit wordt behaald wanneer het aantal toegewezen RIP's op de standaardinstelling blijft staan.
- Druk de opdracht af met de parallelle wachtrij.
OPMERKING: Het aantal toegewezen RIP's moet overeenkomen met het aanbevolen aantal RIP's, tenzij u andere instructies van een Xerox-technicus hebt ontvangen. |
Ga naar Complexe opdrachten instellen voor een overzicht van complexere opdrachten en werkstromen.
De koppelingen aan de linkerkant bieden meer informatie over de manieren waarop afdrukopdrachten kunnen worden verzonden.