Speciale toetsenbordsneltoetsen voor navigatie/activering
Afgezien van de normale toetsenbordsneltoetsen, beschikt de Xerox Nuvera over speciale navigatie- en activeringstoetsen. Met deze toetsen kunnen gebruikers door de gebruikersinterface navigeren en de componenten en functies van het systeem besturen en gebruiken.
Type component |
Toetsenbordwerking |
Actie |
Gesplitst deelvenster |
F6 |
Verplaatst het aandachtspunt tussen de deelvensters naar het eerste aandachtselement in het deelvenster. |
F8 |
Zet het aandachtspunt op de splitsbalk. De balk kan worden verplaatst met de pijltoetsen, de Home-toets en de End-toets. Met de pijltoetsen kan de balk nauwkeurig worden afgesteld. Met de toetsen Home en End wordt het deelvenster verborgen. |
|
Modusindicators |
Control-D |
Deze toetscombinatie zet het aandachtspunt op de eerste modusindicator, van waaruit de gebruiker de knopinfo kan activeren. Modusindicators kunnen een van de volgende modi bevatten: MICR, Beveiligd, Opdrachtfout, Test, Remote Workflow, en Registratie. |
Pauzetoets(en) |
Control-P |
Hiermee wordt de printer of scanner tijdelijk stopgezet. |
Tabbladen van deelvenster |
Ctrl-pijltoets omhoog |
Zet het aandachtspunt op het geselecteerde tabblad. |
Pijltoetsen |
Tussen tabbladen verplaatsen. |
|
Ctrl-Page Up |
Gaat naar het vorige tabblad, zodat de eerste aandachtscomponent op het tabblad kan worden geopend. |
|
Ctrl-Page Down |
Gaat naar het volgende tabblad, zodat de eerste aandachtscomponent op het tabblad kan worden geopend. |
|
Functietoegangstoetsen (FTT ofwel toetsen voor het openen van toepassingen) |
Control-Shift-pijltoets links/ Control-Shift-pijltoets rechts |
Verplaatst het aandachtspunt tussen een FTT en het eerste aandachtspuntelement in die FTT. |
Tabellen |
Tab |
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar rechts. Als de tabelcellen zijn geselecteerd, loopt het aandachtspunt om van links naar rechts, van boven naar onder, en vervolgens terug naar de bovenkant van het geselecteerde gebied. |
Shift-Tab |
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar links. Als er cellen zijn geselecteerd, gedraagt Shift-Tab zich net als Tab, alleen in omgekeerde volgorde. |
|
Return/Enter |
Verplaatst het aandachtspunt één cel naar onderen; rijselectie volgt het aandachtspunt. Onderaan de tabel loopt het aandachtspunt om naar de bovenkant van de kolom. Als meerdere cellen zijn geselecteerd, loopt het aandachtspunt om beurten door elke geselecteerde kolom en begint dan weer bij het begin. |
|
Shift-Return/ Shift-Enter |
Hetzelfde als Return/Enter maar in omgekeerde richting. |
|
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een cel omhoog/omlaag, waarbij de rij met de aandachtspuntcel wordt geselecteerd. |
|
Pijltoets links/rechts |
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een cel naar links/rechts. |
|
Page Up/Page Down |
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. Als een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel één rij omhoog/omlaag geschoven en wordt de geselecteerde rij de eerste/laatste zichtbare rij in de tabel. Het aandachtspunt wordt binnen de huidige kolom verplaatst naar de nieuwe geselecteerde rij. |
|
Control-PageUp/ Control-PageDown |
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen horizontale schuifbalk zichtbaar is, wordt het aandachtspunt verplaatst naar de eerste/laatste cel in de rij en wordt de rij met de aandachtspuntcel geselecteerd. Als er een horizontale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel naar links/rechts verschoven om de eerste niet geheel zichtbare kolom zichtbaar te maken, en wordt het aandachtspunt in die kolom geplaatst. De rij met de aandachtspuntcel wordt geselecteerd. |
|
Home/End |
Maakt de huidige selectie ongedaan. Verplaatst het aandachtspunt naar de eerste/laatste cel in de rij en selecteert de rij met de aandachtspuntcel. |
|
Control-Home/ Control-End |
Maakt de huidige selectie ongedaan. Verplaatst het aandachtspunt naar de eerste/laatste rij in de tabel binnen dezelfde kolom waar het aandachtspunt zich bevond; de rij wordt opnieuw geselecteerd. |
|
Control-A |
Selecteert alle rijen in een tabel. |
|
Shift-End |
Selecteert een hele rij. |
|
Shift-pijltoets omhoog/ Shift-pijltoets omlaag |
Verlengt de selectie één rij omhoog/omlaag in de tabel. |
|
Shift-PageUp/ |
Verlengt de selectie één "tabelpagina" tegelijk omhoog/omlaag. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd. |
|
Control-Shift Home/ Control-Shift End |
Verlengt de selectie van de huidige rij waar het aandachtspsunt zich bevindt tot het begin/einde van de tabel. Het aandachtspunt wordt niet verplaatst. |
|
Spatie |
Geeft een keuzelijst weer, indien aanwezig. |
|
Alt-pijltoets rechts/ Alt-pijltoets links |
Verplaatst de tabelkolom waar het aandachtspunt zich bevindt, één kolom naar rechts/links in de tabel. |
|
Shift - pijltoets omhoog/ Shift - pijltoets omlaag |
Verlengt de selectie één rij omhoog/omlaag in de tabel. |
|
Shift-PageUp/ |
Verlengt de selectie één "tabelpagina" tegelijk omhoog/omlaag. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en de rijselectie naar de laatste/eerste rij van de tabel verplaatst. De aandachtspuntcel blijft in de oorspronkelijke kolom staan. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd. Als er een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de tabel omhoog/omlaag geschoven en wordt het aandachtspunt binnen de huidige kolom naar de nieuwe zichtbare rij verplaatst. De rij waar het aandachtspunt zich oorspronkelijk bevond tot de rij waarnaar het aandachtspunt is verplaatst, worden geselecteerd. |
|
Control-Shift Home/ Control-Shift End |
Verlengt de selectie van de huidige rij waar het aandachtspsunt zich bevindt tot het begin/einde van de tabel. Het aandachtspunt wordt niet verplaatst. |
|
Spatie |
Geeft een keuzelijst weer, indien aanwezig. |
|
Control-pijltoets rechts/ Control-pijltoets links |
Verplaatst de tabelkolom waar het aandachtspunt zich bevindt, één kolom naar rechts/links in de tabel. |
|
Control-Shift-pijltoets omhoog/ Control-Shift-pijltoets omlaag |
Sorteert de kolom met het aandachtspunt in op- of aflopende volgorde. (Hierbij wordt aangenomen dat de sorteerfunctie voor de tabel is geactiveerd.) |
|
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Maakt de huidige selectie ongedaan en verplaatst het aandachtspunt een element omhoog/omlaag, waarbij het lijstelement met het aandachtspunt opnieuw wordt geselecteerd. |
|
Page Up/Page Down |
Maakt de huidige selectie ongedaan. Als er geen verticale schuifbalk zichtbaar is, worden het aandachtspunt en het element naar het laatste/eerste element in de lijst verplaatst. Als een verticale schuifbalk zichtbaar is, wordt de lijst één rij omhoog/omlaag geschoven en wordt het geselecteerde element het laatste/eerste element in de lijst. |
|
Home/End |
Verplaatst het aandachtspunt en de selectie naar het laatste/eerste element in de lijst. |
|
Control-A |
Selecteert alle elementen in de lijst. |
|
Shift-pijltoets omhoog/ Shift-pijltoets omlaag |
Verlengt de selectie één lijstelement tegelijk omhoog/omlaag. Het aandachtspunt wordt ook verplaatst. |
|
Shift-Page Up/ Shift-Page Down |
Verlengt de selectie één "paginaweergave" tegelijk omhoog/omlaag. Het aandachtspunt wordt naar de bovenkant/onderkant van de selectie verplaatst. |
|
Shift-Home/ Shift-End |
Verlengt de selectie tot de bovenkant/onderkant van de lijst. Het aandachtspunt wordt naar de bovenkant/onderkant van de lijst verplaatst. |
|
Schuifbalken |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Schuift het weergavevenster één rij tegelijk omhoog/omlaag. |
Page Up/Page Down |
Schuift het weergavevenster één "paginaweergave" tegelijk omhoog/omlaag. |
|
Home/End |
Schuift het weergavevenster naar de boven-/onderkant van de weergegeven component (bijv. structuur, tabel, of lijst). |
|
Keuzelijst |
Spatie/Enter |
Selecteert de menuoptie met het aandachtspunt. |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie. |
|
Pijltoets rechts |
Als het aandachtspunt in een trapsgewijs menu-element staat, wordt een trapsgewijs menu geopend. |
|
Pijltoets links |
Als het aandachtspsunt in een trapsgewijs menu-element staat, wordt een trapsgewijs menu gesloten. |
|
Esc |
Verlaat de keuzelijsten. |
|
Vakje van keuzemenu |
Spatie/pijltoets omlaag |
Activeert het menu. |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie en selecteert de optie. |
|
Esc |
Verlaat de keuzemenu's. |
|
Menubalk |
F10 |
Opent het menu. |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Verplaatst het aandachtspunt naar de vorige/volgende menuoptie. |
|
Spatie/Enter |
Selecteert de menuoptie met het aandachtspunt. |
|
Esc |
Sluit het menu. |
|
Directorystructuur |
Pijltoetsen omhoog/omlaag |
Verplaatst het aandachtspunt en de selectie één rij in de directorystructuur omhoog/omlaag. |
Pijltoets links/rechts |
Verplaatst het aandachtspunt één kolom in de directorystructuur naar links/rechts. Als een gesloten map is geselecteerd, wordt met pijltoets rechts de map geopend als deze niet leeg is. Als een map is geopend en geselecteerd, wordt de map gesloten met pijltoets links. |
|
Page Up/Page Down |
Verplaatst één "paginaweergave" omhoog/omlaag; de eerste aandachtspuntcomponent in de weergave krijgt het aandachtspunt en wordt geselecteerd. |
|
Home/End |
Gaat naar het eerste/laatste element in de structuur. Het aandachtspunt wordt in dit element geplaatst en het element wordt geselecteerd. |
|
Control-pijltoets links/ Control-pijltoets rechts |
Verplaatst het aandachtspunt één rij in de directorystructuur omhoog/omlaag. |
|
Control-Page Up/ Control-Page Down |
Verplaatst één "paginaweergave" omhoog/omlaag; de eerste aandachtspuntcomponent in de weergave krijgt het aandachtspunt. |
|
Control-Home/ Control-End |
Gaat naar het eerste/laatste element in de structuur. Het aandachtspunt wordt in dit element geplaatst. |
|
Spatie |
Selecteert het element in de directorystructuur waar het aandachtspunt staat. |
|
Knopinfo |
Control-F1 |
Start de knopinfo, indien de component met het aandachtspunt knopinfo bevat. |
Control-F1/Esc |
Sluit de knopinfo. |