De scherpte aanpassen
(bij scannen of kopiëren)

Er zijn zeven scherpteniveaus waarmee u de weergave van fijne details in gescande beelden en kopieeropdrachten kunt bepalen.

U wordt aangeraden de scherpte-instelling in kleine stappen te vergroten of te verkleinen om het beeld te verbeteren, zonder afdrukkwaliteitsproblemen te veroorzaken. Zie Info over de scherptefunctie.

Scherpte aanpassen

  1. Klik in de gebruikersinterface van de Xerox Nuvera op Kopiëren.
  2. Klikken op het tabblad Afdrukkwaliteit.
  3. Op de toets Beeldaanpassingen klikken.
  4. Vergroot of verklein de scherpte door de schuifregelaar naar rechts respectievelijk naar links te verschuiven.

TIP: Beoordeel de gevolgen van de scherpteregeling door een foto uit uw portefeuille te scannen en/of een lichte potloodtekening te kopiëren in de mode Foto. Scan deze originelen en maak een proefafdruk met verschillende scherpte-instellingen.

 

TIP: Wanneer u de afdrukkwaliteit aanpast, doet u er goed aan een proefafdruk te maken.