DFA-configuratiebeheer D1y

Overzicht

Document Finishing Architecture (DFA) is een set openbaar gemaakte specificaties waarmee fabrikanten van afwerkeenheden inline afwerkapparatuur kunnen ontwikkelen die compatibel is met Xerox-afdrukapparatuur. De FTM is een apparaat dat voldoet aan de DFA-specificaties.

De toepassing DFA-configuratiebeheer in DocuSP biedt u, de systeembeheerder, de mogelijkheid om DFA-configuraties uit de directory van een ander systeem te importeren. U kunt bijvoorbeeld bestaande DFA-profielen bekijken en configuraties en profielen maken. Voor elke serie door Xerox goedgekeurde DFA-compatibele afwerkeenheden die op het systeem zijn geïnstalleerd, wordt er vooraf een set standaard DFA-configuraties en -profielen geïnstalleerd . Het DFA-profiel wordt gewoonlijk door de verkoper van de afwerkeenheid geleverd en tijdens de installatie van de afwerkeenheid geïnstalleerd.  

Opmerking: Als uw systeem is uitgerust met een afwerkeenheid van derden, neemt u contact op met uw Xerox-vertegenwoordiger voor meer informatie over DFA-configuraties en voor de handleiding met DFA-bronnen voor de Xerox Nuvera.

DFA-profielen en -configuraties importeren

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Importeer uw DFA-configuratie door Alle configuraties aan het begin van de configuratielijst te selecteren.
  8. Selecteer [Alle configuraties...] in de menubalk.
  9. Selecteer [Configuratiegegevens importeren] en maak een keuze in de lijst met bronnen.
  10. Als de configuratie is gemaakt, kunt u er profielen voor maken. Selecteer de configuratienaam in de lijst.
  11. Klik met de rechtermuisknop op de configuratie en selecteer [Profiel maken]. Het venster Nieuw profiel verschijnt.
  12. Voer alle gegevens voor dit profiel in. Raadpleeg de handleiding met DFA-bronnen of de documentatie bij de afwerkeenheid van derden voor timing- en waarde-instellingen bij dit profiel.
  13. Selecteer [Opslaan]. Het nieuwe profiel wordt nu in de configuratielijst weergegeven.

DFA-profielen en -configuraties maken

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Als u een configuratie met een profiel erin wilt maken, selecteert u [Alle configuraties] in de menubalk.
  8. Selecteer [Configuraties maken]. Het venster Configuraties maken verschijnt nu.
  9. Voer de configuratienaam en beschrijving in (beschrijving is optioneel). Het wordt aanbevolen om de indeling module + module + module als naam te gebruiken.
  10. Selecteer < OK>.
  11. Als u een DFA-profiel wilt maken, selecteert u de configuratie die u net heeft gemaakt en klikt u er met de rechtermuisknop op.
  12. Selecteer [Een profiel maken]. Raadpleeg de handleiding met DFA-bronnen of de handleiding bij de afwerkeenheid voor het instellen van de timing van profielen.
  13. Selecteer < OK>.
  14. Als u zowel het profiel als de configuratie wilt inschakelen, klikt u met de rechtermuisknop op het profiel en selecteert u [Inschakelen]. Het profiel is nu ingeschakeld en de configuratie is online.

DFA-profielen en -configuraties bewerken

U kunt alleen profielen bewerken, die zijn uitgeschakeld.

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Selecteer het profiel dat u wilt bewerken, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer [Uitschakelen].
  8. Klik met de rechtermuisknop op het geselecteerde profiel en selecteer [Bewerken].
  9. Wijzig de naam en/of beschrijving en eventuele andere kenmerken van het profiel.
  10. Selecteer [Opslaan].

DFA-profielen kopiëren

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Selecteer het profiel dat u wilt kopiëren, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer [Kopiëren].
  8. In het venster Nieuw profiel wijzigt u de naam van het profiel in het naamveld en eventuele andere profielkenmerken.
  9. Selecteer [Opslaan].

DFA-configuraties of profielen uit een configuratie verwijderen

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Selecteer het profiel of de configuratie die u wilt verwijderen, klik er met de rechtermuisknop op en selecteer [Verwijderen].
  8. Bevestig de verwijdering in het weergegeven verwijderingsbericht.

Opmerking: Wanneer u een configuratie verwijdert, verwijdert u alle profielen die onder die configuratie worden vermeld.

 

DFA-configuraties exporteren

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de keuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in en klik op <OK>.
  4. Selecteer Adrukbeheer in de gebruikersinterface van DocuSP.
  5. Selecteer het tabblad Afwerking.
  6. Selecteer de vervolgkeuzelijst [Afwerkeenheden] en kies [Externe afwerkeenheid]. Het scherm DFA-configuratiebeheer verschijnt.
  7. Importeer uw DFA-configuratie door Alle configuraties aan het begin van de configuratielijst te selecteren.
  8. Selecteer [Alle configuraties...] in de menubalk.
  9. Selecteer [Configuratiegegevens exporteren] en kies de bestemming waar de configuratie naar moet worden geëxporteerd.
  10. Selecteer [Opslaan].