IP-filter D1v
IP (Internet Protocol)-filters bieden een methode voor het beperken van de toegang tot het afdruksysteem tot specifieke IP-adressen of bereiken van IP-adressen. Netwerkhosts met IP-adressen buiten de gespecificeerde adressen of adresbereiken mogen niet op het systeem afdrukken. Dergelijke beperkingen kunnen nuttig blijken, bijvoorbeeld bij het besturen van peer-to-peer netwerkafdrukken via de LPR- en 9100 (onbewerkt TCP/IP) poort. In dit geval kan de toegang worden beperkt tot het IP-adres of de IP-adressen van netwerkprinterservers, waardoor gebruikers moeten afdrukken via een serverwachtrij in plaats van rechtstreeks toegang te hebben tot de printer. Opletten dat IP-filter niet het gebruik van uitgaande verbindingen beperkt, zoals het scannen naar het netwerk (het opslaan van bestanden op netwerkstations). IP-filter is van toepassing op de volledige set applicatiepoorten waarop het systeem LPR-, IPP-, HTTP-, HTTPS-, Onbewerkt TCP/IP-afdrukken en FTP-verbindingen accepteert.
Opmerking: Wanneer adressen zijn gespecificeerd zoals hieronder aangegeven, kunnen deze worden overgebracht naar en van het vak Leden (toegang toegestaan) net zoals bij het overdragen van bestanden met FTP.
Opmerkingen:
Als u een bepaald adres of adresbereik uit het vak Leden terug wilt zetten in het vak Adressen, selecteert u de naam in het vak Leden en klikt u op de naar links wijzende overdrachtspijl.
Als u de eigenschappen van een genoemd adres of adresbereik wilt bewerken, klikt u met de rechtermuisknop op het vak Adressen of het vak Leden en selecteert u [Bewerken…] in het popup-menu.
Als u een genoemd adres of adresbereik wilt verwijderen, brengt u de naam vanuit het vak Leden over naar het vak Adressen, klikt u met de rechtermuisknop op de naam en selecteert u [Verwijderen…] in het popup-menu.