Systeemvoorkeuren instellen D1g

Na de eerste installatie kan het systeem op uw specifieke werkomgeving worden afgestemd door [Systeemvoorkeuren...] in het menu Instelling te selecteren.

Opmerking: Als u wijzigingen maakt in de instellingen van een tabblad en vervolgens naar een ander tabblad overschakelt, worden de wijzigingen die u in het eerste tabblad hebt doorgevoerd opgeslagen. Gebruik <Annuleren> voordat u een tabblad afsluit als u niet wilt dat de wijzigingen worden opgeslagen.

Beschikbare instellingen voor configuratie

De tabbladen in het venster geven toegang tot de volgende systeeminstellingen:

Tabblad Internationaal: Met de internationale instellingen kunnen de taal en weergaveformaten op de controller, de voorbladen, de facturerings- en accountingrecords worden afgestemd op de culturele normen en de omgeving waarin het systeem is geïnstalleerd.

Tabblad Opslaan: Met de instellingen in Opslaan wordt de locatie ingesteld van directory's met opgeslagen opdrachten die door klanten zijn verzonden. De opslaglocatie kan een hoofddirectory zijn, met subdirectory's voor elke gebruiker of elk soort opdracht. De standaardlocatie op de DocuSP-controller is /var/spool. Achtergrondformulieren kunnen in DocuSP worden opgeslagen als meerdere directory's of via Network Printer Services (NPS) in een directory.

Tabblad PPML: HIermee stelt u het pad naar de directory van het PPML-opdrachtpakket in.

Tabblad Opdrachtverwerking: De opties in Opdrachtverwerking worden gebruikt om de planning, de verwerkingsvolgorde voor opdrachten en de TIFF-beeldpositie in te stellen. De planningsmode wordt gebruikt om op te geven hoe opdrachten met een papiersoort of afwerkopties die niet beschikbaar zijn door het systeem moeten worden verwerkt. Hier kunt u de poltijd voor de Hot Folders instellen.

Tabblad Opdrachtbeleid: Hiermee kunt u de eigenschappen instellen voor bepaalde afwerkopties, de papierformaatcontrole, de partitionering en het aantal proefafdrukken, conflictsituaties met de tweede zijde oplossen en ervoor zorgen dat opdrachten die niet actief zijn na een time-out worden geanuleerd.

Tabblad Fontvervangingsbeleid: Met de opties op het tabblad Fontvervangingsbeleid kan de vervanging worden opgegeven van fonts die in opdrachten zijn gebruikt maar niet beschikbaar zijn op het systeem. Hiervoor worden dan PostScript-fonts gebruikt die wel beschikbaar zijn.

Tabblad Papier en laden: Afhankelijk van het afdruksysteem dat u gebruikt kunt u via de instellingen van papier en papierladen geavanceerde papierkenmerken bekijken, papiersoorten vervangen, meerdere papiersoorten in een papierlade toestaan, papiersoorten van een naam voorzien en een waarschuwingssysteem instellen voor het bevestigen van papierladen.

Tabblad Externe werkstroom: Via de instellingen van Externe werkstroom kunt u de mogelijkheid om via Externe werkstroom vanaf een afstand met de DocuSP-controller (met softwareversie 4.00.00 of hoger) te communiceren inschakelen of uitschakelen. Als het keuzerondje Alle verbindingen inschakelen is geselecteerd (ingeschakeld), kan de gebruikersinterface van DocuSP op het werkstation worden weergegeven, zodat een systeembeheerder of operateur toegang kan krijgen tot het systeem en de printerstatus, opdrachtbeheer, wachtrijbeheer en andere beheerfuncties kan gebruiken.

Tabblad Standaardscherm: Met de opties op het tabblad Standaardscherm kan het scherm zo worden ingesteld, dat apparaatgebruikers altijd hetzelfde interfacescherm te zien krijgen wanneer zij het systeem gebruiken. In een keuzelijst kan het gewenste weergavescherm worden geselecteerd. Met de opties voor uitvaltijd op dit tabblad kan tevens de systeembeveiliging worden verbeterd, door in te stellen hoe lang het systeem ongebruikt kan blijven werken voordat gebruikers worden afgemeld.

Systeemvoorkeuren openen

  1. Meld u bij het systeem aan door [Aanmelden…] in het menu Aanmelden te selecteren.
  2. Selecteer Systeembeheerder als gebruiker in de vervolgkeuzelijst Gebruiker.
  3. Voer de toegangscode van de systeembeheerder in (bijvoorbeeld administ) en klik op <OK>.
  4. Selecteer in het menu Instelling de optie [Voorkeursinstellingen systeem].
  5. Klikken op het tabblad met de instellingen die u wilt bekijken of wijzigen.
  6. De instelling selecteren die u wilt bekijken of wijzigen.
  7. De gewenste wijzigingen aanbrengen. Verdere informatie over de instellingen wordt weergegeven door op de toets Help te klikken.
  8. Klik op <OK> of <Toepassen> om uw instellingen op te slaan. Klik op <Annuleren> om het venster te verlaten zonder de wijzigingen op te slaan.