TCP/IP-adressering en naamomzetting  B1a

Opmerking: Deze procedure behoort te zijn uitgevoerd wanneer het apparaat in het netwerk werd geïnstalleerd. De procedure wordt hier herhaald met instructies voor het wijzigen van TCP/IP-adressen en de methode voor host- of NetBIOS-naamomzetting (DNS of WINS).

  1. Selecteer [Aanmelden...] in het menu Aanmelden.
  2. Systeembeheerder selecteren in de keuzelijst Gebruiker.
  3. De toegangscode van de systeembeheerder invoeren (bijvoorbeeld administ). Indien nodig contact opnemen met de Xerox-servicetechnicus die het apparaat heeft geïnstalleerd voor de eerste aanmeldtoegangscode. Opmerking: Om veiligheidsredenen dienen alle toegangscodes te worden gewijzigd nadat het systeem is geïnstalleerd.
  4. Selecteer < OK>.
  5. Selecteer [Netwerkconfiguratie] in het menu Instelling. Merk op dat de Ethernet-kabel moet zijn aangesloten en 'live' moet zijn om IP in te kunnen schakelen.
  6. Klikken op het selectievakje IP inschakelen om deze functie te activeren als het selectievakje niet reeds standaard is ingeschakeld.
  7. DHCP is de TCP/IP-adresseringsmethode die standaard in de fabriek is ingeschakeld. De eerste keer dat het systeem werd opgestart, dient er communicatie met uw DHCP-server te hebben plaatsgevonden en een IP-adres, subnetmasker en standaard gateway-adres te zijn verkregen. Deze onderdelen moeten nu op het scherm verschijnen. Als dat niet het geval is, klikt u op <Toepassen>. Het systeem maakt dan verbinding met uw DHCP-server. Of klik op de selectiepijl IP-configuratiemethode om een statisch IP-adres in te stellen zoals hieronder wordt beschreven.
  8. Als de DHCP-adressering is mislukt of niet gewenst is, selecteert u [Statische IP-configuratie].
  9. Het tabblad IP-adres selecteren.
  10. Voer een geldig IP-adres voor dit apparaat in de beschikbare tekstvakken in, alsmede het subnetmasker en het standaardgateway-adres (indien gebruikt) voor uw netwerk. Klik op <Toepassen> of <OK> om uw instellingen op te slaan.
  11. Indien u communicatie met dit apparaat via het internet wilt instellen, of gebruikmaakt van DNS, WINS of NIS om hostnamen naar IP-adressen binnen uw netwerk om te zetten, dient u een unieke hostnaam voor dit apparaat in te voeren.
  12. Het tabblad DNS selecteren als u DNS gaat gebruiken voor het omzetten van hostnamen op uw netwerk.
  13. Indien het nog niet is ingesteld in de fabriek, op het selectievakje DNS inschakelen klikken om het aan te vinken.
    Op het selectievakje Dynamische DNS-registratie inschakelen klikken als uw netwerk een dynamische DNS-server gebruikt om hostnamen automatisch bij te werken in IP-adrestoewijzingen.
    In het vak Domeinnaam het domein invoeren waarbinnen dit apparaat zich bevindt (bijvoorbeeld Xerox.com).
    In het vakje Hostnaam wordt de (onbewerkbare) naam weergegeven. Deze naam moet hetzelfde zijn als de unieke naam die is ingevoerd in het tabblad IP-adres.
    In de DNS-serverlijst de IP-adressen opgeven van maximaal drie DNS-servers die worden gezocht wanneer hostnamen worden omgezet naar IP-adressen.
    In de Domeinzoeklijst, de naam invoeren van andere domeinen waarin zo nodig moet worden gezocht om de hostnaam om te zetten.
    Klik op <Toepassen> of <OK> om uw instellingen op te slaan.

  14. Indien u WINS gaat gebruiken voor NetBIOS-hostnaamomzetting binnen uw Microsoft-netwerk, het tabblad WINS selecteren.
  15. Klikken op het selectievakje WINS inschakelen om deze functie te activeren.
    Typ het IP-adres van de primaire WINS-server in het relevante vak voor de omzetting van NetBIOS-namen naar IP-adressen in het Microsoft-netwerk.
    Klik op <Toepassen> of <OK> om uw instellingen op te slaan.

  16. Het tabblad NIS/NIS+ selecteren als u NIS wilt gebruiken voor distributie van toegangscode-, groep- of hostadresinformatie op uw UNIX-netwerk.

Klikken op het selectievakje Naamservice inschakelen om deze functie te activeren.
Het keuzerondje NIS+ is standaard ingeschakeld. Selecteer desgewenst het keuzerondje NIS in plaats van NIS+.
Klik op het aankruisvakje NIS+ server zoeken om de naam en het IP-adres van de Network Information Service-server in het netwerk op te vragen.
Als de NIS+ server niet wordt gevonden of het aankruisvakje NIS+ server zoeken niet wordt aangevinkt, dient u in de betreffende vakken de domeinnaam, het IP-adres van de server en de servernaam voor NIS/NIS+ in te voeren, indien deze bekend zijn.
Klik op <Toepassen> of <OK> om uw instellingen op te slaan.