Herstellen van systeemblokkering (gebruikersinterface reageert niet)  E1h

Als de cursor nog kan worden verplaatst

  1. Afsluiten selecteren in het menu Systeem om te proberen het systeem af te sluiten. Met Afsluiten worden huidige afdruk- of scanopdrachten op de juiste wijze afgesloten voordat het hele systeem wordt afgesloten, en dit is daarom de beste methode.
  2. Eenmaal afgesloten, het systeem weer opstarten door op de stand AAN (aangegeven met I) op de AAN/UIT-schakelaar te drukken. De schakelaar bevindt zich rechtsvoor op de printer (rechts van de systeemmonitor).

Afsluiten vanuit een terminalvenster

  1. Aanmelden op het systeem als systeembeheerder.
  2. UNIX-terminalvenster selecteren in het menu Systeem. Als de cursor niet over het scherm kan worden verplaatst, de Alt-toets ingedrukt houden en op de toets S drukken. Als het menu Systeem wordt geopend, de Alt-toets nogmaals ingedrukt houden en op de toets U drukken.
  3. Bij de shell-prompt ($) su typen (en op Enter drukken), en vervolgens de (root)toegangscode* voor superuser invoeren wanneer de prompt verschijnt (en op Enter drukken). (* De standaardtoegangscode kan worden aangevraagd bij het Xerox Welcome Centre.)
  4. Als de aanmelding werkt, verschijnt er een #-prompt op uw scherm.
  5. sync;sync;poweroff typen en op Enter drukken. (Opmerking: als u een typefout maakt, de Ctrl-toets ingedrukt houden en op de toets U drukken.)
  6. Eenmaal afgesloten, het systeem weer opstarten door op de stand AAN (aangegeven met I) op de AAN/UIT-schakelaar te drukken. De schakelaar bevindt zich rechtsvoor op de printer (rechts van de systeemmonitor).

Als het menu Systeem niet kan worden geopend

Het systeem als volgt proberen af te sluiten met de AAN/UIT-toets:

  1. Kort op de stand UIT (aangegeven met O) drukken op de AAN/UIT-schakelaar, die zich rechtsvoor op de printer bevindt (rechts van de systeemmonitor).
  2. Wanneer de prompt verschijnt, Afsluiten selecteren in het weergegeven menu.
  3. Wachten tot in het statusvenster het bericht verdwijnt dat het systeem bezig is met uitschakelen.
  4. Eenmaal afgesloten, het systeem weer opstarten door op de stand AAN (aangegeven met I) op de AAN/UIT-schakelaar te drukken. De schakelaar bevindt zich rechtsvoor op de printer (rechts van de systeemmonitor).

Als de cursor niet over het scherm kan worden verplaatst

  1. Eerst proberen de Alt-toets ingedrukt te houden en op de toets M te drukken om het menu Systeem op te roepen. Als het menu Systeem wordt geopend, de Alt-toets nogmaals ingedrukt houden en op de toets S (voor Afsluiten) drukken. Op Enter drukken wanneer het bevestigingsbericht verschijnt.
  2. Als de toetscombinatie Alt + S niet werkt, de toets Stop links op het toetsenbord ingedrukt houden en op de toets A drukken.
  3. sync invoeren na de ok-prompt en op Enter drukken. (Opmerking: als u een typefout maakt, de Ctrl-toets ingedrukt houden en op de toets U drukken.)
  4. Als het scherm verandert in een blanco scherm, op de AAN/UIT-schakelaar van het systeem drukken, die zich rechtsvoor op de printer bevindt (rechts van de systeemmonitor). De AAN-stand (aangegeven met I) circa 4 seconden ingedrukt houden.
  5. Eenmaal afgesloten, het systeem weer opstarten door op de stand AAN (aangegeven met I) op de AAN/UIT-schakelaar te drukken. De schakelaar bevindt zich rechtsvoor op de printer (rechts van de systeemmonitor).

Waarschuwing: Dit is de procedure voor een zogenaamde 'harde stop', die alleen gebruikt mag worden als de andere uitschakelmethodes niet werken. Als deze harde stop-procedure is gebruikt, moet FSCK wellicht worden uitgevoerd, zoals beschreven in het bovenstaande gedeelte.