Beveiligingsprofielen selecteren en aanmaken  A3e

Beveiligingsprofielen zijn verzamelingen van configureerbare instellingen die kunnen worden gebruikt om toegang te verlenen of te beperken tot verschillende services van het apparaat en het besturingssysteem.

Er worden vier beveiligingsprofielen als fabrieksinstelling geleverd, te weten Geen, Laag, Gemiddeld en Hoog. Deze kunnen altijd worden geselecteerd als het huidige profiel voor systeemtoegang. Hoewel deze in de fabriek ingestelde profielen niet kunnen worden bewerkt of verwijderd, kunnen zij wel worden gebruikt als uitgangspunt voor nieuwe profielen die kunnen worden aangemaakt, bewerkt en geselecteerd door de systeembeheerder als het huidige beveiligingsprofiel.

Wanneer een ander profiel wordt geselecteerd als het huidige profiel, blijft deze selectie van kracht tot een nieuw profiel wordt gekozen. Één profiel wordt tevens gebruikt als standaardprofiel. Dit standaardprofiel kan worden geselecteerd als het huidige profiel door te klikken op de toets Standaardprofiel herstellen.

Toegang tot beveiligingsprofielen

  1. Aanmelden... selecteren in het menu Aanmelden.
  2. Systeembeheerder selecteren in de keuzelijst Gebruiker, of een andere gebruikersnaam invoeren die deel uitmaakt van de systeembeheerdersgroep.
  3. De juiste toegangscode invoeren en op OK klikken.
  4. In het menu Instelling de optie Beveiligingsprofielen... selecteren, zodat het venster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.

Het huidige profiel wijzigen

  1. Een profielnaam selecteren in het venster Beveiligingsprofielen met behulp van de muis.
  2. Met de rechtermuisknop klikken op de gemarkeerde tabelrij die correspondeert met de geselecteerde profielnaam.
  3. In het popup-menu Instellen als huidige selecteren.
  4. Wanneer u wordt gevraagd of u het nieuwe beveiligingsprofiel wilt toepassen, op Ja klikken. (Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit enkele minuten kan duren.)

Een beveiligingsprofiel instellen als standaardprofiel

  1. Een profielnaam selecteren in het venster Beveiligingsprofielen met behulp van de muis.
  2. Met de rechtermuisknop op de geselecteerde profielnaam klikken.
  3. In het popup-menu Instellen als standaard selecteren.

Het standaardprofiel wijzigen in het huidige profiel

  1. Met de muis klikken op de toets Standaardprofiel herstellen in het venster Beveiligingsprofielen.
  2. Wanneer u wordt gevraagd of u het nieuwe beveiligingsprofiel wilt toepassen, op Ja klikken. (Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit enkele minuten kan duren.)

Profieleigenschappen bekijken

  1. Een profielnaam selecteren in het venster Beveiligingsprofielen met behulp van de muis.
  2. Met de rechtermuisknop klikken de geselecteerde profielnaam.
  3. In het popup-menu Eigenschappen selecteren.
  4. Wanneer het venster Eigenschappen wordt weergegeven, ziet u dat de eigenschappen van de vier in de fabriek ingestelde beveiligingsprofielen wel kunnen worden bekeken, maar niet kunnen worden bewerkt. Om bewerkbare, door de gebruiker gedefinieerde profielen aan te maken, de stappen volgen voor het kopiëren van profielen en het aanmaken van nieuwe profielen.

Profielen kopiëren en nieuwe profielen aanmaken

  1. Een profielnaam selecteren in het venster Beveiligingsprofielen met behulp van de muis.
  2. Met de rechtermuisknop op de geselecteerde profielnaam klikken.
  3. In het popup-menu Kopiëren selecteren.
  4. Een unieke naam invoeren voor dit nieuwe profiel in het vak Naam:.
  5. Het vak Type: voor dit profiel is ingesteld op Door de gebruiker gedefinieerd.
  6. Op een van de vier tabbladen van het venster Eigenschappen klikken om beschikbare parameters te bewerken.
  7. Op de toets Help klikken van het venster Eigenschappen voor hulp bij het configureren van specifieke parameters. Voor aanvullende informatie over de parameters die beschikbaar zijn op de vier tabbladen van het venster Eigenschappen, op de onderstaande hyperlinks klikken: Algemeen, Systeem, RC2 & RC3 (INIT) en INETD.
  8. Op OK klikken om de instellingen op te slaan.

Tabbladen van het venster Eigenschappen beveiligingsprofiel

Voor aanvullende informatie over de parameters die beschikbaar zijn op de vier tabbladen van dit venster, op de onderstaande hyperlinks klikken.

Tabblad Algemeen

Tabblad Systeem

Tabblad RC2 & RC3 (INIT)

Tabblad INETD