Afdrukken via IPP (Windows 2000 en XP) C1d
Het Internet Printing Protocol (IPP) wordt door alle Windows 2000 en XP-werkstations ondersteund en biedt de mogelijkheid om af te drukken via het Internet of Intranet door een IPP-netwerkpoort te maken. Deze afdrukservice is tevens beschikbaar voor andere besturingssystemen, aangezien de betreffende onderdelen kunnen worden gedowload van de website van Microsoft. De instructies van Microsoft of andere betrouwbare bronnen op Internet volgen om de IPP-service te installeren op andere besturingssystemen dan Windows 2000 en XP.
Voordat u begint
- De juiste printerdriver zoeken voor het besturingssysteem van uw werkstation. De drivers staan op één van de cd-roms die bij de printer werden geleverd. Meestal kunnen ze ook worden gedownload in een ZIP-bestand van www.xerox.com.
- Op de printer aanmelden als systeembeheerder en Netwerkconfiguratie selecteren in het menu Instelling. Controleren of IP is ingeschakeld en of aan de printer een geldig IP-adres, subnetmasker en gateway-adres zijn toegekend. Tevens controleren of DNS wordt gebruikt om hostnamen om te zetten naar IP-adressen. Indien een of meerdere van deze instellingen opnieuw dienen te worden geconfigureerd, de stappen volgen zoals beschreven in de procedure TCP/IP-adressering en naamomzetting elders in deze handleiding.
- Op de printer in het menu Instelling achtereenvolgens Gateways… en het tabblad Socket selecteren. Controleren of Port 9100 is ingeschakeld. Zo niet, Port 9100 selecteren, met de rechtermuisknop klikken en Inschakelen selecteren. Op Toepassen of OK klikken om de nieuwe instelling op te slaan. Indien de selecties voor Port 9100 niet beschikbaar zijn, Toepassingslicenties… selecteren in het menu Instelling en controleren of de licentie voor TCP/IP-socket aanwezig is en is ingeschakeld. Volledige instructies vindt u in de procedure Geïnstalleerde opties bekijken via Licentiebeheer zoals wordt beschreven in het onderdeel Instellen - vereiste stappen in deze handleiding.
- Op de printer in het menu Instelling achtereenvolgens Gateways… en het tabblad IPP selecteren. Controleren of er een vinkje staat in het selectievakje IPP inschakelen. Indien nodig, met de muis een vinkje plaatsen in het selectievakje IPP inschakelen. Indien de IPP-selecties niet beschikbaar zijn, Toepassingslicenties… selecteren in het menu Instelling en controleren of de IPP-licentie aanwezig is en is ingeschakeld. Volledige instructies vindt u in de procedure Geïnstalleerde opties bekijken via Licentiebeheer zoals wordt beschreven in het onderdeel Instellen - vereiste stappen in deze handleiding.
Controleren of TCP/IP is geïnstalleerd voor het werkstation
Op het bureaublad van Windows 2000 met de rechtermuisknop klikken op Mijn netwerklocaties en Eigenschappen selecteren. Met de rechtermuisknop klikken op het pictogram LAN-verbinding en Eigenschappen selecteren. Op het bureaublad van Windows XP achtereenvolgens op Start en Configuratiescherm klikken en dubbelklikken op Netwerkverbindingen. Met de rechtermuisknop klikken op het pictogram LAN-verbinding en Eigenschappen selecteren. Controleren of het Internetprotocol TCP/IP is geladen. Zo ja, erop klikken met de muis en op de toets Eigenschappen klikken om te controleren of het werkstation statisch dan wel dynamisch een geldig TCP/IP-adres krijgt toegewezen. Indien het TCP/IP-protocol NIET is geladen, op de toets Installeren… klikken en Protocol selecteren als het type netwerkcomponent dat u wilt installeren. Op de toets Toevoegen… klikken en Internetprotocol (TCP/IP) selecteren. Ervoor zorgen dat u de installatie-CD van het besturingssysteem bij de hand heeft, op de toets Bladeren… klikken en de daarop volgende instructies opvolgen. Wanneer het protocol is geïnstalleerd, kunt u op het item klikken met de muis en op de toets Eigenschappen klikken om de TCP/IP-adresseringsmethode te controleren of in te stellen.
De printer toevoegen aan het bureaublad van Windows 2000 of Windows XP
- Op het bureaublad van Windows 2000 achtereenvolgens Start, Instellingen en Printers selecteren. Op het bureaublad van Windows XP achtereenvolgens Start en Printers en faxapparaten selecteren.
- In Windows 2000 dubbelklikken op Printer toevoegen. Bij Windows XP Een printer toevoegen selecteren in Printertaken.
- Wanneer de wizard Printer toevoegen wordt weergegeven, op Volgende klikken.
- Netwerkprinter selecteren en op Volgende klikken.
- Om een IPP-printer aan te maken Verbinding maken met een printer op het Internet… selecteren.
- http:// invoeren, gevolgd door de volledige domeinnaam of het IP-adres in het URL-veld. Mogelijk dient u /ipp te typen achter de volledige domeinnaam of het IP-adres. Een voorbeeld van een volledige domeinnaam is printer.usa.xerox.com.
- Op Volgende klikken.
- Wanneer er naar de driverbestanden wordt gevraagd, Bladeren selecteren en naar de locatie van de printerdriver gaan.
- Het .INF-bestand selecteren en op Openen klikken.
- Wanneer het scherm Installeren vanaf schijf verschijnt, controleren of de padnaam en bestandsnaam kloppen en op OK klikken.
- Het model selecteren dat correspondeert met uw printer en op Volgende klikken.
- Een naam invoeren voor uw printer en Ja of Nee selecteren op de vraag of u de printer als standaardprinter in Windows wilt gebruiken. Ja selecteren als u vanuit uw Windows-applicaties voornamelijk naar deze printer wilt afdrukken. Op Volgende klikken.
- Ja selecteren om een testpagina af te drukken. Op Volgende klikken.
- Op Voltooien klikken.
De printerdriver configureren
- Op het bureaublad van Windows 2000 achtereenvolgens Start, Instellingen en Printers selecteren. Op het bureaublad van Windows XP achtereenvolgens Start en Printers en faxapparaten selecteren.
- Met de rechtermuisknop klikken op het pictogram van de printer en Eigenschappen selecteren. De beschikbare tabbladen gebruiken om de standaardinstellingen van de printer voor het verwerken van afdrukopdrachten op te geven. Extra instellingen zijn beschikbaar wanneer u op de toets Voorkeursinstellingen klikt op het tabblad Algemeen.